Aantekeningen |
- Huwelijksakte van Harmen van der Horst en Jannigjen Schuurhuis. No 19. Op heden den elfden der maand augustus des jaars achtienhonderd vier-en-vijftig, compareerden voor ons enz. Harmen van der horst jongeman hebben de aan nationale militie voldaan, oud zes en twintig jaren, van beroep arbeider, geboren te Hattem en wonende te Hattem, meerderjarige zoon van Hermanus van der Horst en van Fantjen Spanhaak, beiden overleden en in der tijd echtelieden.
En
Jannigjen Schuurhuis, jongedochter oud zeven en twintig jaren, zonder beroep geboren en wonende te Hattem meerderjarige dochter van Gerrit Schuurhuis van beroep arbeider en van Klaasjen van Dijk echteliede wonende te Hattem hierbij tegenwoordig en ons verklarende hunne ouderlijke toestemming te geven tot dit huwelijk.
Gezien de nagemelde aan ons overlegde stukken.
1-e Het certificaat houdende dat de bruidegom aan zijne verplichting ten aanziens der Nationale militie heeft voldaan.
2-e Het geboorte ??? van den bruidegom.
3-e Het dood extract van den vader des bruidegom
4-e Het dood extract van de moeder des bruidegom.
5-e Het geboorte extract van de bruid
Gelet, dat de acten der huwelijks-afkondigingen gedaan zijn te Hattem op de zondagen van den drieentwintigsten en dertigsten der maand juli dezer jaars. Verklaard, dat Harmen van der Horst en Jannigjen Schuurhuis door het huwelijk zijn verbonden.
Waarvab wij deze acte hebben opgemaakt, in tegenwoordiheid van
Gerrit Hussenberg oud eenendertig jaar, van beroep arbeider Hendrik aart Oosterbroek oud vierentwintig jaren van beroep arbeider, Frans Belmer oud achtendertig jaren van beroep arbeider, Gerrit Gerrits Dik oud eenendertig jaren van beroep arbeider allen woonachtig te Hattem zijnde de eerste zwager van den contractant de tweede zwager van de contractant en de overigen niet verwant aan de contractanten.
Uitdrukkelijk verzochte getuigen, welke, na voorlezing, door ons de vader van de contractant en de drie laatse getuigen is ondertekend verklarende de contractanten de moeder van de contractant en de vierde getuige niet te kunnen schrijven als zulks niet geleerd te hebbende.
|